woensdag 27 mei 2015

Door Delft naar het Bieslandse Bos en verder

Perron 1/2 verlaten via trap, roltrap of lift naar boven (begane grond). Poortjes en stationshal (met winkels en horeca) door. Hal verlaten en rechtdoor.


Op een mooie pinksterdag waren we in het mooie stadje Delft. Het heeft een nieuw station. We waren er voor de NS-wandeltocht Bieslandse Bos. Die start in dat station en gaat door Delft.

Je bent er zo doorheen, door Delft. Maar niet als het zonnetje schijnt en zo stil is op straat. Dan slenter je maar wat, op je dikke wandelzolen, en sta je hier eens stil en daar eens, door alle mooie plaatjes die er op je netvlies verschijnen. Het fototoestel maakt overuren.


Plaatjes, zoals van de toren van de Oude Kerk, die de Oude Jan genoemd wordt. Mooi hoe die daar voorovergebogen over de Oude Delft staat te leunen. Naast de kerk is een mooi pleintje, in de zon en uit de wind, voor koffie met appelgebak. Dat moeten we maar doen.


Want we hebben nu al een halve kilometer gelopen. Ja, wat een rust gaat er van het stadje uit. Geen haast hoor, met die wandeltocht. Je weet het niet, maar misschien hebben we mooiste al gehad.

Via de Hippolytusbuurt komen we op de Markt, met rechts het Stadhuis en links de Nieuwe Kerk, waar de Oranjes begraven liggen. Het orgel klinkt en er is gezang. Even binnenkijken. De grote deuren naar het plein staan al uitnodigend open. Voorzichtig duwen we nu ook de kleine tochtdeur open. Op de kansel zien we een dominee staan, en ook de kerkmensen zijn opgestaan, voor de slotzang. Voorbij de tochtdeur staan nog meer toeristen. Japanners met fototoestellen. Over de hoofden van de gelovigen, in het door de ramen gefilterde zonlicht in de verte, kan ik nog net het praalgraf van de Vader des Vaderlands ontwaren. Bijzonder om hier ter kerke te mogen gaan.

We gaan rechts om de kerk heen. Hij staat in de steigers. Op de schutting die de bouwerij van de straat scheidt, zijn moderne schilderingen van de Oranjevorsten en het praalgraf aangebracht. Georganiseerde graffitikunst. Op internet lees ik later dat het kerkbestuur er zelf opdracht toe gegeven heeft. Ik weet niet wat ik hiervan moet vinden. Op de schutting staat ook dat de kerk een Facebookadres heeft.


Met dat in m'n hoofd, de kerkdienst binnen en de graffiti buiten, gaan we verder en komen we op een plein dat ik nog niet kende. De Beestenmarkt. Er is geen foto van te maken. Tenminste, het lukt ons niet. Al dat zonlicht dat hier in een massa kleine vlekken door de bladeren valt. Maar wat een mooi plein!


Nog één poging.


Om mooie plekken te zien, laten de makers van de NS-wandeltocht je soms een stukje omlopen. Zo kom je bijvoorbeeld langs het Klaeuwshofje.


Na het hofje lopen we door de Oostpoort via de Oostsingel en de Bieslandse Kade de stad uit.


We komen langs een snackbar met daarnaast in een oude telefooncel een 'minibieb' met alleen maar hele bekende boeken. Zo'n beetje de hele wereldliteratuur op een paar plankjes bij mekaar en in prima staat. Een goudmijn voor wie het maar wil hebben. Gratis!


Een beetje lezer reist nu met een flinke koffer meteen af naar de Bieslandse Kade. Wij hadden slechts een rugzakje bij ons, voor water en zonnebrand. Op de foto zie ik nog wel een heel klein cameraatje dat alles in de gaten houdt.



Nu nog een kort stukje door de Delftse Hout en dan komen we via een kerkenpad dat dwars door het weiland loopt eindelijk waar we wezen moeten, in het gebied waar de wandeltocht naar genoemd is, het Bieslandse Bos.


Je loopt er een beetje langs en doorheen, met eerst polderland en dan moerasland met kreken en jonge bosaanplant. Op het papier van de wandeltocht lees ik dat 'in 1986 [...] met de aanleg van het Bieslandse Bos [is] begonnen. Het bos bestaat uit loofbos met essen en eiken, populieren en wilgen. Het maakt deel uit van de in ontwikkeling zijnde en deels aanwezige groenstructuur tussen Delft en Zoetermeer, die zal bestaan uit Delftse Hout, Bieslandse Bos, Dobbeplas, Balij en het voormalige Floriadebos. Het Bieslandse Bos ligt in de gemeente Pijnacker-Nootdorp en is genoemd naar de Polder van Biesland.'


Er zitten heel wat vogels, en sommige blijven ook stilzitten.


Op een gegeven moment komen we aan in Pijnacker. Daar hadden we de eerste mogelijkheid om de NS-wandeling te stoppen en met de Randstadrail weer in de richting van de ons bekende wereld te reizen. Maar dom dom, we zijn nog helemaal doorgelopen naar Zoetermeer, via dat voormalige Floriadebos, waar je vooral veel grote honden met erachteraan mensen tegenkomt. Een saai stuk van vier kilometer. En waar je dan terechtkomt... Zoetermeer is zeker wel de droevigste plek op aarde. Maar gelukkig heeft het een station, waar ook treinen vertrekken.

dinsdag 19 mei 2015

Mooi Friesland (2)

Van de week was ik weer eens in mooi Friesland, bij Wil en Arris. We fietsten er langs de Tjonger en deden de Pontjesroute. Bij het laatste pontje kregen we een dropje. Iedereen die oversteekt, krijgt een scheepsknoop. En het was fris die dag, dus dat dropje, in een enkel geval waren het er zelfs twee, was hartverwarmend.


Aan het begin van de week kwamen we langs de rand van het Oranjewoud nog langs het huisje van Hans en Grietje. Je zal d'r wonen...


Langs de Tjonger fietsen is wel veertien kilometer heen...


... en ook weer terug.


Dus mochten we wel even op een bankje zitten.


En het koolzaad bloeide uitbundig, in bermen en velden. Ja, overal.


Je zal d'r wonen... daar achter dat veld.

En als we niet buiten waren, gingen we naar binnen om te biljarten, op een groen laken.


En wist je dat een koe voor al onze liters melk ieder jaar een kalfje moet baren, zagen we op de televisie.

vrijdag 8 mei 2015

The (Old) Rectory – Hermans was hier bijna geweest. Of was het toch ergens anders?


Het leven hangt van toevalligheden aan elkaar. Ooit logeerden we in The Old Rectory, 'de oude pastorie', in Bray in het graafschap Wicklow. Dat is aan de oostkust van Ierland onder Dublin. Bray is een stadje aan de monding van de rivier de Dargle. Ten zuiden daarvan ligt Greystones, waar Marten en Phiny Toonder woonden. In biografie van Wim Hazeu lezen we dat zij het hier erg naar hun zin hadden. Terwijl Marten in Greystones, 'met op zijn hoofd de ruiten pet van een landlord, de dag [begon] met een wandeling langs het plaatselijke kerkje, het huis van een gepensioneerde Engelse kolonel en het kranten- en snoepwinkeltje van Paddy, over de vervallen kade van de zelden gebruikte haven, die uitzicht bood op groene heuvels en een door rotsen omzoomd kiezelstrand', deed Phiny 'met de auto boodschappen in het zes kilometer verderop gelegen plaatsje Bray, omdat in Greystones niet alles te koop was. Zo'n ritje vond zij wel gezellig, want de weg voerde langs de zee en de bergen op de achtergrond. Iedere dag weer anders van kleur en stemming. Soms stopte zij om te kijken en na te denken. Thuisgekomen bakte zij brood, maakte soep en tikte Martens teksten over, om daarna in haar atelier te gaan schilderen en tekenen of op haar balkon te lezen.' Marten was dan ook al aan het werk.*


Greystones of Bray. Het had niet veel gescheeld of Willem Frederik Hermans was hier ook komen wonen, aangetrokken door de gunstige regeling dat kunstenaars in Ierland geen belasting betalen. In de biografie van Willem Otterspeer lezen we dat 'hij op 4 juni 1972 een briefje [schreef] aan Eiso Toonder, de zoon van Marten, over een huis in Ierland, The Rectory geheten. Hij wilde na de veiling ervan de prijs weten, zodat hij zich een beetje kon oriënteren.'** Maar het gaat niet door. Uiteindelijk wordt het toch Frankrijk, met een appartement in Parijs, waarnaar zijn voorkeur uitgaat.


Is The Rectory misschien The Old Rectory, die victoriaanse Villa Kakelbont, waarin wij in 2009 logeerden? We weten het niet. Wat we wel weten, is dat The Rectory in Greystones nog in gebruik is als pastorie en The Old Rectory in Bray nu een B&B is maar misschien in 1972 wel ter veiling aangeboden. Maar dat we daar dan gebivakkeerd hebben, in een pand dat Hermans misschien wel op het oog had om er te gaan wonen...

* Wim Hazeu, Marten Toonder. Biografie. Amsterdam, De Bezige Bij, 2012, pp. 330-331.
** Willem Otterspeer, De zanger van de wrok. Willem Frederik Hermans. Biografie, deel 2 (1953-1995), Amsterdam, De Bezige Bij, 2015, p. 525.

vrijdag 1 mei 2015

Binnenkijken (2) – Een geheime schat

Samen met m'n beer op de foto.
Dat gaatje moet ergens voor de wagen onder de sisal mat in een plank zitten.

Waar ik opeens aan moet denken is dat gaatje in de zoldervloer. Waar nu die grote slaapkamer is die je op Funda ziet, waar we vroeger met gordijnen ertussen met z'n vieren sliepen als we beneden badgasten hadden, daar ergens onder de vloerbedekking die er nu ligt, moet die plank zijn met dat gaatje, waar die kwast uit is. Daar stopten we van alles in, centen en stuivers en legoblokjes, als ze erin pasten.* Je kreeg dat geld en die blokjes er dan niet meer uit. Dus dat ligt daar allemaal nog onder de vloer. Een geheime schat. Ik weet nog precies waar. Iets voorbij de schuine balk die de overgang vormt naar de betimmering van het dak, daar recht onder, onder die plank. Misschien dat de volgende bewoners de vloer daar eens open moeten maken...

* Ik denk dat guldens net te groot waren, maar stuivers en dus ook kwartjes, en dubbeltjes zeker, gingen er met gemak in. En van legoblokjes: viertjes, achtjes, en ook de langere blokjes, twee breed, dat ging makkelijk. Misschien liggen er onder die vloer ook nog wel briefjes verborgen met m'n eerste schrijfsels.